Je hebt hier en daar al kunnen lezen dat het best ingewikkeld kan zijn om hoogbegaafd te zijn. Misschien heb je de infobalie en de galerij: kenmerken al bezocht. Je kunt een speurtocht downloaden om na te gaan welke kenmerken bij jou passen. Wanneer je een ander vraagt hier ook eens naar te kijken kun je er samen over praten. Dit kan je helpen om wat meer van begaafdheid en vooral van jezelf te begrijpen. Maar geen twee begaafde mensen zijn hetzelfde. Het kan zo zijn dat jij je helemaal niet herkent in de galerij of dat je daar niet genoeg aan hebt.
Iedereen kent wel momenten waarop hij zichzelf niet helemaal begrijpt. Je weet dan niet waarom je je blij, boos, verdrietig of bang voelt. Je doet iets of hebt iets gedaan wat je niet bij jezelf vindt passen of wat je nooit van jezelf had verwacht. Het kan ook iets zijn waar je je voor schaamt omdat je vindt dat je het niet had mogen denken of doen. Dat kan je dan heel erg in de weg zitten. Er over praten met iemand helpt. Ik ga je ook uitleggen waarom begaafd zijn het ingewikkelder maakt om jezelf te snappen.
Verschillende leeftijden
Wanneer je een hoog IQ hebt betekent dit dat je een groot vermogen hebt om nieuwe dingen te leren. Je kunt goed ordenen en verbanden leggen en hebt een goed geheugen. Allemaal vaardigheden die er voor zorgen dat jij al meer kennis hebt dan je leeftijdsgenoten. Je weet meer en je kunt meer, meestal ben je al een stuk verder in de leerstof op school. Je vindt daardoor ook niet altijd meer dezelfde dingen leuk als je klasgenoten. Je lijkt op dit gebied ouder dan je in werkelijkheid bent.
Je gevoeligheid voor prikkels maakt dat je sneller dan een ander overprikkeld kan raken. Je reageert daardoor soms wat emotioneler dan andere kinderen van je leeftijd. Je hebt minder controle over je reacties en lijkt op dit gebied dan wat jonger dan je in werkelijkheid bent. Je gevoeligheid en het opmerken van details maakt misschien dat jij je weer beter dan leeftijdsgenoten kunt inleven in een ander.
Je begrijpt het al: je hebt naast je biologische leeftijd (de tijd die je al leeft) ook andere ‘leeftijden’ bij je. Wanneer je net als jij hoogbegaafd bent kunnen die leeftijden best ver uit elkaar liggen. Je kunt soms wel bedenken of begrijpen waarom je iets wel of niet hoort te doen, maar je jongere ik neemt het gewoon over. Je hoeft je daar niet voor te schamen of wakker van te liggen. Veel van je leeftijdsgenootjes (maar ook volwassenen) reageren ook wel eens anders dan ze zouden willen. Later wordt het wel makkelijker. Dan komen al die verschillende leeftijden dichter bij elkaar. Je hebt dan geleerd hoe je je gevoelens en reacties beter onder controle kunt houden.
Emmertje vol
Ik noemde al je gevoeligheid voor prikkels. In de galerij: kenmerken noem ik dat hoog-sensitief. Je hoort, ziet, voelt veel details in je omgeving. Het lijkt wel of je speciale antennes hebt voor de gevoelens van anderen. Je spaart al deze gevoelens van binnen op. Je leerkracht wordt erg boos op een kind dat ruzie gemaakt heeft. Ook wanneer jij daar verder niks mee te maken hebt kun je onder de indruk zijn, je ook boos of verdrietig voelen. Vooral wanneer je nog jong bent kun je niet goed scheiden welke gevoelens van jezelf zijn en welke van anderen in je omgeving. Je weet dan ook niet precies waarom je je zo voelt. Wanneer er dan iets kleins voorvalt, bijvoorbeeld je moeder vraagt je om je jas niet te laten slingeren, kan dat er nét niet meer bij. Je kunt dan heel boos of verdrietig worden en al die nare gevoelens er in één keer uitgooien.
j
Wanneer je er later nog met je moeder over praat kun je niet goed meer vertellen wat er aan de hand was. Er zijn over hoog-sensitiviteit boeken voor kinderen en voor volwassenen beschikbaar. Je vindt ze in de lijst aanbevolen.
Blijven denken
Je hebt gelezen in de galerij: kenmerken dat je een echte denker bent. Je hebt een soort motortje in je hoofd dat maar moeilijk stopt. Je komt daardoor vaak slecht in slaap. Alle indrukken die je hebt opgedaan (hoog-sensitief) moet je eerst nog verwerken. Je bent er goed in vragen bij alles te stellen. Bedenk dat er bij elk te bedenken antwoord weer nieuwe vragen op kunnen duiken. Zo blijft je gedachtestroom gaan en kom je bij onderwerpen uit die op dat moment helemaal niet belangrijk voor je hoeven te zijn. Je denkt niet alleen meer of langer na dan andere kinderen, je gaat ook meer de diepte in. (levensvragen) Je onderzoekt jezelf al veel verder dan andere kinderen of volwassenen doen. Het liefst wil je daarbij overal een antwoord op. Een antwoord is er niet altijd daardoor heeft zo’n enorme zoektocht vaak geen zin. je hoeft jezelf ook niet altijd te snappen. Het mooie daaraan is dat je jezelf nog eens kunt verrassen!
Nu kan ik je wel vertellen dat het niet nodig is jezelf helemaal te begrijpen. ondertussen zit je natuurlijk nog wel met die gedachtestroom. Het is belangrijk te onderzoeken hoe jij je gedachtestroom kunt onderbreken zodat je lekker kunt gaan slapen.
Ook hierover vind je verschillende boeken onder het tabblad aanbevolen.
Je omgeving
Je denkt meer en soms anders dan andere kinderen. Je hebt bijzondere hobby’s of reageert anders dan je omgeving verwacht. Vooral volwassenen kunnen hier soms moeilijk mee omgaan. Wanneer je heel druk bent in de klas of juist heel stil vraagt je leerkracht aan je of je weet hoe dat komt. Je ouders willen graag weten waarom je niet naar school wilt of hoe ze je kunnen helpen wanneer je verdrietig bent. Volwassenen willen de situatie en jouwzelf graag begrijpen omdat ze om je geven en je willen helpen. Ze hebben graag controle en dat lukt niet altijd. Ik heb je al verteld dat niet overal een antwoord op bestaat. Of het antwoord bestaat wel maar we kennen het nog niet. Wanneer ze aan je vragen waarom je doet wat je doet of waarom je vindt wat je vindt mag je zeker zeggen dat je het zelf ook niet weet. Zij weten ook niet alles. Samen daar naar op zoek gaan kan wel prettiger voelen dan in je eentje doormodderen. Grijp dus je kans om hulp te vragen!