Kenmerken

Wanneer een kind hoogbegaafd is kun je dit niet altijd meteen aan hem (of haar) aflezen. Het is heel goed mogelijk dat hij zich heeft aangepast aan zijn klasgenoten om niet op te vallen. Sommige kinderen blijven liever in hun comfortzone en willen niet uitgedaagd worden. Er zijn ook kinderen die gefrustreerd zijn geraakt en dan is de kans groot dat hun leerkracht niet meer voorbij vertoond ‘probleemgedrag’ kan kijken.

Belangrijk dus dat jij kenmerken van begaafdheid kunt herkennen binnen je groep. Praat erover met je team, ook -of juist- wanneer jullie een signaleringsinstrument gebruiken. Verstaat iedereen hetzelfde onder de termen die daarin worden gebruikt? Je kunt met elkaar het kenmerkenkwartet spelen dat je vindt in de winkel.

Dr. Tessa Kieboom is een autoriteit op het gebied van hoogbegaafdheid. Zij ziet intellectuele vaardigheden, motivatie en creativiteit (drieringenmodel!) samen als het denk-luik.

Daarnaast heeft zij het zijns-luik geïntroduceerd dat onmisbaar is voor wie het hoogbegaafde kind echt wil leren kennen. Het kan de kinderen ook helpen zichzelf beter te leren kennen. Binnen het zijnsluik gaat het om ‘voelen’ tegenover het denken.  Het model wordt kort uitgelegd onderaan het tabblad hoogbegaafdheid als belangrijkste model van deze tijd. In onderstaande illustratie zie je hoe hun denken en voelen hoogbegaafde kinderen in verwarring kunnen brengen. Door op de hoogte te zijn van veel kenmerken kun je niet alleen beter signaleren maar kinderen ook helpen in hun zoektocht naar zichzelf.

Hieronder lees je hoe deze kenmerken er in de dagelijkse praktijk uit kunnen zien.

Denk-luik

  • Topdown leren: Een kind vindt het moeilijk om de samenhang tussen losse voorbeelden of oefeningen te zien. Wanneer je het doel van je les eerst benoemt of het grote geheel laat zien snapt het kind het wel.
  • Nauwelijks automatiseren: Lukt het een kind niet de tafels te automatiseren of ziet het ’t nut er niet van in? Waarom is topografie belangrijk? Leg uit waarom het handig is iets te leren/automatiseren.
  • Divergent denken: Een kind verdwaalt hierbij soms in een zee aan mogelijkheden wanneer het een probleem moet oplossen of een werkstuk gaat maken. Gedachten lijken van de hak op de tak te gaan omdat het kind blijft associëren. Het komt dan tot niets. Help het zijn denkproces onder woorden te brengen en in te kaderen. 

  • Excellente prestaties: kinderen die altijd zeer hoge of de hoogst mogelijke resultaten behalen kunnen vaak nog veel meer laten zien wanneer je ze daar maar toe uitnodigt maar:
  • er zijn ook hoogbegaafde kinderen die géén hoge schoolprestaties laten zien. Ze zijn ongemotiveerd (verveeld), geblokkeerd (faalangstig) of om andere redenen aan het onderpresteren. Bedenk dat onze lesmethodes geschreven zijn voor de gemiddelde leerling.

  • Andersom zijn niet alle kinderen met hoge prestaties ook hoogbegaafd. Het kan ook gaan om sterke leerlingen. Zij beheersen aangeboden leerstof tot in de perfectie maar stopt het daarna?  Het is belangrijk om na te gaan of de kinderen autodidact zijn: lijken zij als vanzelf tot nieuwe kennis en inzichten te komen of is er sprake van een helpende omgeving. Denk aan het gezin met misschien een oudere broer of zus, of een heterogene groep op school. 

Zijns-luik

  • Autonomie: wat wij zien als eigenwijsheid heeft vooral te maken met de behoefte om naar eigen inzicht te kunnen handelen. Voor een goed argument zijn deze kinderen vaak wel vatbaar.
  • Rechtvaardigheidsgevoel: wanneer je niet consequent handelt zal een hoogbegaafd kind je daar op wijzen. Dat doen zij ook wanneer het een ander kind betreft. Zij willen je gezag niet bevragen maar kunnen niet tegen -in hun ogen- oneerlijkheid.
  • Perfectionisme: het kind legt de lat voor zichzelf erg hoog. Het wil niet perse de beste zijn maar gewoon alles helemaal goed doen. Het lijkt daardoor faalangstig.

  • Levensvragen: wat is de zin van het leven? Waarom zorgen we niet beter voor de aarde? Wie zorgt er voor mij wanneer mijn ouders doodgaan? Deze kinderen willen bijvoorbeeld wereldproblemen oplossen die buiten hun macht liggen.
  • Vriendschappen: dit kind stelt hoge eisen aan vriendschap, voor de ander en voor zichzelf.

Meer weten?

Dit zijn natuurlijk niet alle kenmerken die passen bij begaafde leerlingen. Er is nog veel meer te vertellen over bijvoorbeeld samenwerken, creativiteit en humor. Lees voor meer informatie en verhelderende voorbeelden uit de praktijk Jouw begaafde leerling. Vraag je schoolleider of jullie eens het kenmerkenkwartet kunnen spelen op school. Het kwartet en de spelregels vind je in de winkel. 

Tijdig signaleren

voorkomt onderpresteren